De torenkerk van Winsum gezien vanuit het oosten.

De torenkerk van Winsum gezien vanuit het oosten. Achterzijde van de kerk met monniken en nonnen op het koor Foto: Hardscarf, 7 april 2018. Licentie: Creative Commons.

 

 

In het kort

 

Deze dakpannen worden monniken en nonnen genoemd.Foto: Deze dakpannen worden monniken en nonnen genoemd. Zie noot a.

 

De Torenkerk in Winsum is een middeleeuwse kerk waarvan de oudste delen stammen uit de 12e  eeuw, wellicht zelfs uit de late 11e eeuw. We hebben het dan over het schip van de kerk. Uit de oorspronkelijke bouwtijd resteren nog tufsteen fragmenten in de zuidmuur van het schip. Hoe het schip er oorspronkelijk heeft uitgezien valt, mede door het aanbrengen van grote spitsboogvensters in de 16e eeuw, niet te zeggen. Het schip heeft een eikenhouten kapconstructie.

Het huidige romanogotische koor dateert uit de 13e eeuw. Aan de buitenzijde is het vijfzijdige koor versierd met een fries in witte velden. Op het dak liggen originele monniken en nonnen (a).

 

Het kerkorgel is in 1977 vervaardigd door de orgelbouwer Mense Ruiter.

 

De kerk heeft een inpandige toren uit 1693. De huidige toren vervangt een voorganger die waarschijnlijk een gereduceerd westwerk heeft gehad. De vorm van de huidige toren, met als bijzonderheid de houten buitentrap, suggereert dat ook deze een westwerk heeft. De trap is in 1975-1976 gereconstrueerd aan de hand van gevonden overblijfselen van de oorspronkelijke trap (1).

 

De kerk bezit een offerblok uit 1692, talrijke zerken uit de 17e eeuw en jonger. De klokkenstoel met klok is van N. Sickmans uit 1633 en heeft een diameter van 122 cm en een mechanisch smeedijzeren torenuurwerk van T. Pijttersz. uit Leeuwarden. Ook het uurwerk dateert uit 1633 (2). De torenkerk ligt aan de Kerkstraat 14 te Winsum.

 

De toren van de kerk te Winsum gezien vanuit het westen

De toren van de kerk te Winsum gezien vanuit het westen. Foto: Hardscarf, 7 april 2018. Licentie: Creative Commons.

 

Geschiedenis

In 1057 krijgt Winsum, een bloeiend handelscentrum aan de zeearm van de Hunze, van de Duitse koning Hendrik de Vierde, muntmarkt en tolrecht. Winsum wordt hiermee een stad. Om haar gunstige ligging stichten de Dominicanen in 1276 een klooster in Winsum. Deze heeft onderaan de molen gestaan, dicht bij de plaats van de huidige kerk.

 

De preekstoel in de kerk van Winsum.De preekstoel in de kerk van Winsum. Bron: Wikimedia Commons.

 

Degene die het collatierecht van de kerk in bezit houdt, heeft het recht de pastoor/predikant te benoemen en beheert de kerkelijke goederen. In 1566 is het collatierecht in handen van de gebroeders Ripperda. De gebroeders Ripperda zijn zeer tegen Spanje en de Roomse kerk. Onder hun leiding worden in 1566, tijdens de beeldenstorm, veel vernielingen aangericht. In 1584 koopt de stad Groningen het collatierecht. De stad Groningen wil de toren als uitkijkpost gebruiken om aanvallende vijanden eerder te kunnen traceren. De gelovigen geven daar toestemming voor, mits de wachter buiten de kerk de toren beklimt. Hiervoor wordt aan de buitenkant van de toren een trap gebouwd. Bij de restauratie van 1975/1976 wordt dit ontdekt. In 1856 krijgen de kerkvoogden het collatierecht in handen en worden zij baas in eigen huis.

 

Van de oudste onderdelen van de kerk is bijna niets bewaard gebleven. In de afgelopen eeuwen hebben verschillende verbouwingen en restauraties plaatsgevonden. De modernisering van 1869 heeft een grote stempel op het gebouw gedrukt. Bij de restauratie van 1975/76 is het plan van 1869 daarom als uitgangspunt voor de restauratie gebruikt. Bij deze restauratie zijn mooie elementen helaas verloren gegaan. De kerk heeft een oude eikenhouten kap constructie uit het einde van de 13e eeuw. Een gedeelte van het dak is nog gedekt met zogenaamde "monniken en nonnen" (holle en bolle pannen) (a). De toren is herbouwd in 1699. Gezien de constructie is deze waarschijnlijk gebouwd door een molenbouwer. Het wapen van de bouwer staat op de binnenkant van de buitendeur. Het uurwerk en de luidklok dateren uit 1633.

 

Interieur

Het interieur komt compleet tot stand bij de modernisering van de kerk in 1869. De ruimtewerking van de kerkzaal wordt vergroot door het aanbrengen van het gestukadoorde korfboogplafond met kooflijsten. Het plafond van de kerk is in 1996 geschilderd. Voorheen is het plafond wit. In tegenstelling tot de eenvoudige meubilering is de preekstoel overdadig van profilering voorzien. Deze preekstoel is net als het andere meubilair in imitatie mahonie geschilderd. De kroonlampen (petroleum lampen) zijn naar een bestaand model nieuw gegoten in een ijzergieterij. De wand petroleumlampjes zijn toen vervaardigd door een kopersmid uit Middelstum. Het orgel is in 1977 gebouwd door Mense Ruiter.

 

Het interieur van de kerk met links de preekstoel en achteraan het orgel.

Het interieur van de kerk met links de preekstoel (rechts) en achteraan het orgel. Geheel rechts is de herenbank te zien. Bron: ingezonden.

 

Graven in de kerk

In het portaal hangen de omlijste houten graven­borden van het kerkhof van Winsum (1853) en Bellingeweer (ongedateerd). Oorspronkelijk heeft de kerk een rijk belegde zerkenvloer in bezit gehad. In 1869 zijn deze in het torenportaal geplaatst. Bij de restauratie in 1975/76 zijn de zerken deels herlegd in het schip en deels in het koor. Buiten de kerk ligt het graf van Geert Reinders, uitvinder van de entstof tegen de veepest. Een gedenkteken voor hem werd in 1998 onthuld aan het Winsumerdiep (3).

 

Dit graf van Geert Reinders ligt buiten de kerk.

 

 

Foto: Dit graf van Geert Reinders ligt buiten de kerk. Fotograaf: niet bekend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor de grafzerken klik hier.

Lees ook: De toren van de kerk van Winsum en zijn bouwmeester Matthias Kruijff

 

Bronnen:
1. Wikipedia, Torenkerk.
2. Rijksmonumenten in Nederland. Rijksmonumenten.nl
3. Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
4. Protestantse gemeente Winsum-Halfambt
5. GDW. Pathuis/Alma. Groninger Gedenkwaardigheden.

 

Noot:
a. Onder monniken en nonnen wordt een dakbedekking verstaan die bestaat uit twee soorten dakpannen.
De bovenliggende dakpannen (de monniken) hebben de vorm van een halve afgeknotte kegel. Zij komen, met de bolle zijde naar boven, te liggen op de onderliggende dakpannen (de nonnen) die met de bolle zijde naar beneden liggen. Met behulp van op de pannen aangebrachte nokken blijft het geheel op zijn plaats. De tapse kant ligt bij de monnik in tegengestelde richting van die van de non.
Hoewel de Romeinen reeds dakpannen gekend hebben, is deze techniek verloren gegaan. Pas in de tweede helft van de 15e eeuw is men weer met dakpannen beginnen te experimenteren en de monniken en nonnen zijn de eerste modellen dakpan. Men vindt ze tegenwoordig nog op enkele kerkgebouwen in Groningen en Friesland, zoals op het kerkje van Oostum en de kerk van Sellingen. In Zuid-Europa worden monniken en nonnen vaak toegepast.

Monniken en nonnen worden ook tegenwoordig nog vervaardigd en een enkele maal ook voor moderne bouwwerken en mediterraan aandoende villa's toegepast.

 

 

De kerk vanuit het noordwesten.

De kerk vanuit het noordwesten. Foto: Hardscarf, oktober 2010. Licentie: Creative Commons.


 

 


 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

 

Hoogeveen, 9 november 2018.
Update: 10 januari 2023.
Revisie: 19 januari 2024.
Samenstelling: © Harm Hillinga.

Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top